Java – Bali

5 Juni – 26 Juni 2005


Nadat we onze vliegreis via internet geboekt hadden vertrokken we van Schiphol op zaterdag 5 juni 2005 naar Jakarta. Na 13 uur vliegen hadden we een tussenstop van 2 uur in Kuala Lumpur om daarna in 2 uur naar Jakarta te vliegen. Nadat we in Jakarta aankwamen en de douane waren gepasseerd liepen we tegen een muur van warmte op. Na het ontwijken van taxi’s die ons graag wilden vervoeren hebben we de bus naar Bogor genomen. Een rit van +/- 60 km á 1500 Rupia p.p.(+/- 0,25 euro)

Toen we eenmaal in Bogor aankwamen moesten we een slaapplaats zien te vinden. Dit was echter geen probleem want we werden al snel bestormd door iemand die wel een slaapplaats voor ons wist. De slaapplaats was niet heel bijzonder (geen afvoer onder wastafel en toilet spoelde niet door), maar wat wil je voor 60.000 Rp pernacht inclusief ontbijt.

Om wat te acclimatiseren zijn we de volgende dag de botanische tuin ingegaan. Bij ons appartement werd ons enkele malen gevraagd door degene, die ons de slaapplaats had voorgesteld, of wij een gids nodig hadden, voor enkele excursies. Na wat onderhandelen over de prijs (50 euro p.p.), inclusief excursies ( bezoek aan gamelan fabriek, krupoek fabriek en een werkende vulkaan), een overnachting in een wel heel mooi en leuk appartement met een warmwaterbron als bad en al het eten we werden vervolgens in Pangadaran via de Puncak pas afgezet.

Veel is er niet te zien in Pangandaran, dus besluiten we een excursie naar de Green Canyon te maken. Het zou in de Green Canyon fantastisch zwemmen zijn. Jammer dat we dat zelf niet hebben kunnen vaststellen omdat door de gigantische regenbui van de nacht ervoor het stroompje een mooie plek is voor gevorderde wildwater rafters, maar zeker niet voor zwemmers. Onderweg de noodzakelijk stops gemaakt bij een Wayang poppenmaker en een palmsuiker fabriekje. Ook hebben we hier een paar uurtjes aan het strand doorgebracht.

Vanuit Pangadaran kon je heel gemakkelijk een reis boeken naar Yokyakarta voor 100.000 Rp p.p (8,50 euro) dit bestond uit eerst 1 uur met een busje daarna 6 uur met een boot dan weer 4 uur met een bus en je werd bij je hotel afgezet. Tijdens deze tocht hebben we enkele leuke en gezellige mensen ontmoet die je als een verkoudheid bacterie tijdens de gehele vakantie weer tegenkwam. Hier hadden wij gekozen voor het Bladok hotel en de VIP room, hier hadden wij geen slechte keus aan vooral met de Indonesische prijzen. In Yokya hebben wij een Wayang Kulut atelier bezocht en een Batik atelier. Ook hebben we de Pasar Ngasem (vogeltjes markt) en een Wayang Kulut voorstelling bezocht waar we als enige zijn blijven zitten omdat er anders helemaal geen toeschouwers meer waren. De volgende dag om 5 uur opgestaan om de zonsopgang op de Borobudur te zien. Het leven van een vakantieganger gaat niet over rozen. De Borobudur is absoluut een knap staaltje Boeddhistisch werk. Een nadeel toen wij er waren het was bewolkt en alle schoolklassen wilden met ons “blanken” op de foto. Na de Borobudur staat Prambanan op de agenda. De tempels hier zijn het werk van Hindus. Inmiddels is de temperatuur opgelopen tot heel heet, zelfs de Indonesiërs lopen met een paraplu boven hun bolletje. In Yokya hebben we bij een lokaal reisagentschap een busreis naar de Bromo geregeld.

De Reis naar de Bromo was een reis van 9 uur wat een hele ervaring bleek te zijn. Onze chauffeur was een echte kamikaze piloot, hij reed veel te hard en haalde op de onmogelijkste plaatsen in. ’s Ochtends om 4 uur opgestaan om de zon opkomst te zien vanaf de Bromo. Na het ontbijt vertrokken we met een lokale bus, die we ook in Yokya hadden geregeld (reserveren is verplicht), naar Bali. Een reis van 10 uur. Het eindpunt daar was een grote busterminal in Denpasar, waar we, met een stel dat we op de boot waren tegengekomen, een taxi naar Ubud hebben genomen. Ons eerste hotel was niet echt schoon het ontbijt was wel heel goed (groene bananen pannenkoeken), dus besloten we een ander hotel te nemen dat over de rijstvelden uitkeek. In de omgeving van Ubud hebben we een Legong dans bijgewoond en zijn we naar het Batur meer geweest waar het erg bewolkt was. Ook zijn we naar de zonsondergang bij de Tanah Lot (tempel in zee) geweest. In Ubud hadden we van een stel Belgen een adres van een goed eettentje gekregen genaamd “Dewa’s Warung”. Dit was inderdaad een heel goed en goedkoop adres waar je  tussen de plaatselijke bevolking zat.

Na Ubud zat onze reis erop en gingen we naar Legian, een kustplaats vlak bij het vliegveld. Hier hebben we nog 2 daagjes strand genomen en op 26 juni vertrokken wij weer richting Amsterdam. Ook tijdens de terug reis hadden we weer een tussenstop in Kuala Lumpur, maar nu van 7 uur. Je raad nooit wie we hier weer tegenkwamen, jawel het stel van de bootreis.

Al met al was het een zeer geslaagde vakantie, maar veel te kort.