21 dagen – 5 september t/m 1 aug 2004
Kenia en Tanzania: Safari rond de Evenaar
Nadat we via Baobab in februari een groepsreis hadden geboekt vertrokken we op 5 september 2004 vanaf Schiphol naar Nairobi waar we werden afgehaald door een open truck en we kennis maakten met de groep (19 personen en een reisleidster). De rit naar het hotel was al een hele ervaring want de chauffeur reed als een bezetene door rood licht en claxonneerde constant. Later bleek dat dit was om dat de kans bestond dat we overvallen konden worden omdat wij de rijke toeristen zijn.
De volgende dag vroeg op, alle bagage inladen, nog wat inkopen doen en dan opweg richting Mount Kenia. Z’n truck hobbelt en is erg winderig. Toen we aankwamen bij Mount Kenia moesten we onze tenten opzetten en zoals ook hier in Nederland regent het dan. Hier zagen we het eerste wild, de Colobus aap en bavianen. De volgende dag hebben we een natuur wandeling gemaakt met een Samburu gids (man met speer).
De volgende dag weer vroeg op. Kort na het vertrek passeren we de evenaar, waar we een korte stop maken. De winkeltjes gingen razend snel open toen ze de truck zagen aankomen, want er viel weer wat te verdienen. Vervolgens vormt een lange afdaling met prachtige vergezichten. Voorbij Isiolo verlaten we het asfalt en volgt de Trans African Highway (hobbelige en stoffige weg) naar het Buffalo Spring National Reserve. Hier maken we de eerste gamedrive (safari). Tijdens de gamedrive zagen we olifanten, impala’s, de netgiraffe, grévyzebra, en de gerenoek (girafgazelle). Na beveiliging te hebben gehaald zetten we de tenten op en graven een gat hebben dat dienst moest doen als toilet vlak bij de rivier in Shaba National Reserve.
Bij het eerste ochtendgloren gaan we weer op gamedrive, gevolgd door een wandeling waar nijlpaarden moesten zitten. Alleen vandaag waren ze niet thuis.
Nairobi/ Mount Kenya
Hierna verplaatsen we ons naar Maralal door het gebied van de Samburu, een kleurrijke stam die nog grotendeels traditioneel leeft. De vrouwen en de krijgers zien er prachtig uit met al hun sieraden en gekleurde doeken. In Maralal konden we in plaats van de tent een huisje nemen door wat bij te betalen. In ons huisje bleek een wespennest te zitten, die door de bazin wel heel grondig te lijf werd genomen.
Rond 5 uur opstaan, want we moesten vroeg weg. De langste reisdag was aangebroken. We gingen naar het armste en droogste gedeelte van Kenia over een zeer moeilijk begaanbare weg, richting Loyangalani aan het Turkana meer. Vlak voor dat we arriveerden kwam er een steen tussen de achterbanden zodat we niet verder konden rijden voordat de steen ertussen uit was. Dit was vrij lastig zonder licht. Uiteindelijk arriveerden we om 9 uur op de plaats van bestemming. Gelukkig hoefden we onze tenten niet op te zetten en sliepen in de hutjes waar de mensen daar ook in slapen. De mensen hebben hier helemaal niets, ze waren al blij met lege waterflessen. ’s Ávonds hebben we een dans van de Turkana’s bij gewoond, waar ze zelf het meeste plezier aan hebben beleefd. De volgende ochtend hebben we een boottocht gemaakt en een dorpje bezocht waar gelijk een markt werd georganiseerd met allerlei kralenkettinkjes. ’s Middags gezwommen in een zwembad met een cocktailtje (terwijl die mensen helemaal niets hebben) bij lodges.
Vandaag vertrekken we weer richting het zuiden naar South Horr. Ook nu komen we vast te zitten, maar na enkele uren kunnen we toch weer op weg. In South Horr aangekomen wordt er gelijk weer een markt opgezet met allemaal souvenirs. Hier hebben we een ziekenhuis bezocht en een school waar we een les hebben bijgewoond. Ook hebben we gevoetbald. Wij(Nederland) hebben gewonnen met 2-0.
Vanuit South Horr vertrekken we de volgende dag weer richting Maralal waar we na bijbetaling weer een huisje konden nemen. De volgende dag een kamelen tocht gemaakt en een Samburu dans bijgewoond. Deze mannen zijn heel kleurrijk gekleed en kunnen wel heel hoog springen.
Na Maralal zijn we richting het Baringo meer vertrokken, waar we een tochtje met een motor bootje hebben gemaakt en we nijlpaarden en visarenden zagen. De volgende dag hebben we ’s ochtends gezwommen in het nabij gelegen zwembad en ’s middags zijn we naar het Bogoria meer geweest. Dit meer staat bekend om zijn geisers en de vele flamingo’s. Ook hebben we vanaf de camping een natuur wandeling gemaakt waar we slangen en schorpioenen hebben gezien.
De volgende dag weer vroeg op om richting Nakuru te gaan. Hier hebben we weer een gamedrive gemaakt waar we veel maraboe’s, flamingo’s en de witte en
Maralal
zwarte neushoorn zagen. Na de gamedrive zijn we naar de camping gegaan. Dit bleek een leuke boerencamping te zijn waar we ’s avonds heerlijk hebben gegeten.
Eindelijk was het zover we gingen richting Tanzania langs theeplantages. Bij de grens moest iedereen lopend over de grens en stempels halen in je paspoort na de nodige formulieren te hebben ingevuld. Nadat we de grens waren gepasseerd gingen we richting het Victoria meer. Toen we daar aankwamen was zag heel het strandje waar we onze tent moesten opzetten “zwart” van de mensen. Het was weekend. Maar toen er een regenbui kwam waren ze allemaal weg. Een tent opzetten in het mulle zand is niet eenvoudig, dus hadden we hem verzwaard met stenen. ’s Avonds zijn we bij een lokaal restaurantje wezen eten waar een aantal maal de stroom uitviel. De volgende dag zijn we wezen varen op het Victoria meer en zijn we naar een vissersdorpje geweest.
Na het Victoria meer zetten we koers naar de Serengeti, waar we midden op de Serengeti onze tenten opzetten. ’s Avonds kwam er een olifant de camping op lopen, die door de kok snel werd verjaagd. ’s Nachts dachten we apen te horen maar later hoorden wij van onze reisleidster dat het leeuwen waren geweest bij onze tent. Op de Serengeti hebben enkele malen gamedrive’s gehouden en hebben we veel wild gezien, zoals: olifant, hartebeest, gnoe, giraf, waterbok, zebra, gieren, gazelle, koritrap, dikdik, buffels, leeuwen en een cheeta.
Na de Serengeti was het de beurt voor de Ngorongoro krater, maar voordat we daar waren hebben we eerst nog een Masai dorpje bezocht, waar wederom een marktje was. Op de rand van de krater zetten we onze tenten op. De volgende dag gingen we met kleine jeeps de krater in. In de Ngorongoro krater leeft veel wild door het unieke ecosysteem. Hier zagen we grote groepen buffels en gnoe’s en twee leeuwen die net een prooi hadden gevangen.
Vanuit de Ngorongoro krater gingen we naar Arusha. Lekker een dag helemaal niets doen. We zijn Arusha ingeweest waar we enkele souvenirs hebben gekocht. Vanuit Arusha zijn we terug naar Nairobi gegaan, waar hetzelfde ritueel aan de grens zich herhaalde. ’s Avonds zijn we met zijn allen uiteten geweest bij de Carnivoor maar voordat we daar heengingen hebben we met een ander stel lekkere cocktails gedronken in het Norfolk hotel.
De laatste dag werden we terug naar het vliegveld van Nairobi gebracht waar enkele malen de stroom uitviel terwijl je koffer gescand werd. Je vliegtuig stoel werd met de hand geschreven want stel je voor als de stroom uitviel dan klopte er niets meer van.
Na de landing op Schiphol en onze rugzakken van de band af zijn en door de strenge controle zijn is ook deze wel zeer bijzondere vakantie voorbij.